Portret van een Afro-Surinaams kindermeisje met twee Europese kinderen
Dit portret laat twee Europese kinderen zien, vermoedelijk met hun oppas. Dit was een alledaags beeld in de koloniale samenleving van toen. Nu is het een confronterende herinnering aan de verhoudingen in die tijd: raciale en sociale grenzen.
Augusta Curiel
Begin twintigste eeuw was de fotostudio van Augusta Curiel een van de bekendste in Paramaribo. Samen met haar zus Anna legde zij het dagelijks leven vast in de stad en op de omliggende plantages. Naast portretten fotografeerden de zussen stadsgezichten en het plantageleven. Ook fotografeerde ze in opdracht van wetenschappers. In de jaren dertig kreeg hun studio het predicaat ‘hofleverancier’.
Deze foto is vanaf 1 juli te zien op het adres Kasteelplein 1 in Helmond.
Deel jouw verhaal
Waar denk je aan als je deze foto ziet? Heb je iets meegemaakt wat bij dit beeld past? Misschien herinnert het beeld je aan vroeger, aan een persoon, een plek of een gebeurtenis uit je eigen leven. Graag lezen, horen of zien we jouw verhaal. Het geeft het beeld een extra betekenis en maakt het nog rijker.
Verhalen over deze foto
Verhaal van Janneke
⏷️Ik denk dat dit een oppas of huishoudster is die in een rijk gezin zorgt voor de blanke kinderen. Ze ziet er netjes en verzorgd uit, dus het zal een welgesteld gezin zijn, waarschijnlijk in het buitenland. Het geeft bij mij een verdrietig gevoel, zowel voor de verzorgster als voor de kinderen, die er niet blij uitzien. In die tijd was het normaal dat kinderen door iemand anders werden verzorgd. En natuurlijk de rol van de donkere dame was in die tijd was dat normaal, maar dat zou nu heel beladen zijn. Ik vind het voor beide partijen eigenlijk in het zicht van nu een beetje treurig beeld.
Verhaal van Elise Teljoarubun
⏷️Die foto doet me denken aan vroeger, toen ik nog klein was. Mijn ouders maakten of lieten maken, kleine zwart-witfoto’s. Dat was toen heel normaal, later veranderde dat. Toch vind ik zwart-wit nog altijd de mooiste foto’s; ze hebben iets tijdloos. Als ik naar de foto kijk, moet ik ook denken aan mijn jeugd. Mijn ouders kwamen van de Molukken en moesten hier helemaal integreren: de taal leren, Nederlands koken, wennen aan het leven hier. Ze spraken geen woord Nederlands toen ze aankwamen. Ik herinner me dat mijn moeder op zondag altijd de Nederlandse keuken maakte. Ze droeg dan een schortje, een beetje alsof ze een verpleegster was, met zo’n vierkant voorop. Dan moesten wij allemaal netjes aan tafel. Als ik daaraan terugdenk, doet het me denken aan scènes uit een kostschoolfilm. Maar zo was die tijd: het leren, het aanpassen, het proberen erbij te horen. De foto herinnert me daaraan, aan vroeger en aan de foto’s die we nog steeds af en toe terugzien. In onze gemeenschap wonen veel familieleden dicht bij elkaar, en daardoor blijven die herinneringen levend.
Verhaal van Kees Schepel
⏷️Behalve dat het een hele mooie foto is, vind ik het ook een heel bijzondere foto. Mijn moeder is geboren in Nederlands-Indië en is voor een belangrijk deel opgevoed door de baboe, het inheemse kindermeisje. De foto herinnerde me daar sterk aan. Voor veel Nederlandse of gemengde kinderen die in de tropen opgroeiden, was de Indonesische of Surinaamse kindermeid vaak evenzeer, of zelfs meer, een moederfiguur dan de eigen moeder. Dat maakt die jeugdherinneringen dubbel: aan de ene kant maakten ze deel uit van de koloniale bovenlaag, aan de andere kant voelden ze zich diep verbonden met het land en de mensen die hen omringden. Dat spanningsveld werkt tot op de dag van vandaag door. De foto is bovendien gemaakt na de afschaffing van de slavernij, maar toont nog steeds geen gelijkwaardige verhoudingen: de blakende blonde kinderen naast de Afro-Surinaamse vrouw laten dat pijnlijk zien. Het beeld deed me denken aan mijn eigen familie – en zelfs aan mijn vrouw, die na de oorlog is geboren. Zij heeft nog een foto uit 1958 of 1959 waarop ze als kind, met haar donkere huid, bij haar baboe zit.






